Van praten óver het onderwijs en het bedrijfsleven naar praten mét studenten en werkgevers: Hans Huibers kan iedereen een flinke ommezwaai op z’n tijd aanraden. Na onder andere een periode als directeur van de Mbo-raad en als Tweede Kamerlid gooide hij het zeven jaar geleden over een andere boeg bij NMK Esbaco in Hoorn.
Huibers: “NMK Esbaco is een bedrijf dat studenten in het hart van de onderneming plaatst. Geen plichtmatige onderzoeksopdrachten of stages met weinig inhoud, maar de gedachten, ideeën en vooral de potentie van jongeren voorop zetten; dáár draait onze organisatie om."
Voor hem zelf betekende deze manier van denken en werken een grote omslag. "Ik was gewend te denken vanuit systemen en structuren. Bij NMK Esbaco wordt gedacht vanuit creativiteit en meerwaarde. Er is in die zin ook geen sprake meer van een kloof tussen onderwijs en arbeidsmarkt: ze zijn compleet met elkaar verweven.”
Het bedrijf is marktleider in marsepein, icings en marsepein/chocolade-combinaties. Daarnaast produceren ze bakmixen, decoraties, vullingen, insluitsels en glazuren. NMK Esbaco werkt permanent samen met mbo- en hbo-scholen en universiteiten.
Huibers: “Onze deur staat altijd open. We werken met studenten van food-opleidingen maar ook met economie- en mediastudenten. Zonder vaste stageplekken - iedereen die gemotiveerd is of een idee heeft, is welkom. In het dagelijks werk ligt een aantal zaken natuurlijk vast, waaronder de kwaliteitsafdeling en de productie op de werkvloer. Daar omheen werken we zo min mogelijk vanuit een vast gegeven en zoveel mogelijk vanuit betekenis, zoals duurzaamheid."
"Binnen thema’s als marketing, bedrijfsvoering en innovatie liggen ontzettend veel kansen die tot bloei kunnen komen als er maar voldoende ruimte voor is. Het kan zijn dat een project of concept minder goed uitpakt en dat het onder aan de streep minder oplevert. Dat hoort erbij.”
Een uitvloeisel van het werken aan een blijvende verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt is FICA: Food Innovation Community Amsterdam. Huibers is een van de oprichters. “Fica bestaat nu vijf jaar en is vooral een bruisend ecosysteem in voedsel en innovatie, een living lab met de nadruk op living. Er vinden allerlei experimenten, projecten en onderzoeken plaats door allerlei mensen en in verschillende samenstellingen. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan projecten tegen voedselverspilling en aan vernieuwingen die bijdragen aan een kortere voedselketen."
Neem banketspijs, een product dat wordt gemaakt van geïmporteerde sojabonen. "Het is de moeite waard om te bekijken of we dit ook van Nederlandse veldbonen kunnen maken. En een paar maanden geleden werd Yummy Veggie Candy gelanceerd, een samenwerking tussen NMK Esbaco en Nicolette van Dam. We verwerken groenten en fruit in snoepjes, dat is een totaal andere manier van denken.”
Wat maakt NMK Esbaco in de sector uniek in wat ze doen? Huibers: “De ambitie van dit familiebedrijf ligt in het creëren van toegevoegde waarde. Niet als leverancier, maar als partner. Sámen optrekken bij het ontwerpen van nieuwe concepten en producten. In die zin is NMK Esbaco een kennisonderneming. Kijk, iedereen wil graag weten wat de consument van de toekomst wil. Bedenken wat de consument morgen wil, dat lukt vaak nog wel. Maar nadenken over wat de consument overmorgen of zelfs volgende week graag wil, dát is andere koek. We zijn ervan overtuigd dat jongeren ons helpen om antwoorden te vinden op die vragen. Iedereen die deze missie deelt is van harte welkom – ook als je inmiddels zestig bent.”
Nu Huibers zich een aantal jaren heeft ondergedompeld in de wereld van onderwijs en arbeidsmarkt ‘in het echt’, keert hij met een koffer vol inspiratie en ervaring weer terug in de politiek. “Ik neem inderdaad afscheid van NMK Esbaco; ik word landelijk voorzitter van het CDA. Dus ja, ik vertrek, maar wat ik de afgelopen jaren heb geleerd in gesprekken met collega’s, jongeren, andere werkgevers neem ik met me mee.”
Dan blijft er tot slot nog één vraag over: wat deed hij zelf nou precies binnen de organisatie? “Ha, officieel was er dus geen functienaam, omdat mijn werkzaamheden niet in een hokje pasten. Ik noemde mezelf frontier - een bedachte term. Iemand die vooraan in de linie staat. Je zou ook aanjager, versneller, coach of verbinder kunnen zeggen. In elk geval iemand die volle kracht vooruit gaat!”