NIEUWS

Nieuws

26 apr., 2024
Op 24 april hebben studenten van de opleiding Agrarisch Ondernemerschap Tuinbouw & Akkerbouw aan Aeres Hogeschool Dronten een bedrijfsbezoek gedaan bij J.C.J. Ruiter - Wever en P.N. Slagter in Andijk. Deze bedrijfsbezoeken waren onderdeel van de opening van de teeltmodule. Het programma begon om 1 uur ‘s middags met de ontvangst van de ruim 50 studenten. De groep werd verdeeld in twee, waarbij de ene groep ontvangen werd bij bloemenkwekerij en -broeierij J.C.J. Ruiter - Wever, en de andere groep bij bloemkoolteler P.N. Slagter. Bij J.C.J. Ruiter Wever kregen de studenten inzicht in het bedrijf dat gespecialiseerd is in de teelt en verwerking van tulpen en hyacinten. Stef Ruiter, eigenaar van het bedrijf, deelde met trots de geschiedenis en de activiteiten van het bedrijf. Ze benadrukken hun focus op duurzaamheid en lidmaatschap bij NLG Holland, waarin ze samenwerken aan duurzame en biologische bollenteelt. Het gebruik van milieuvriendelijke gewasbeschermingsmiddelen en respect voor het bodemleven en de omgeving staan centraal in hun bedrijfsvoering. Bij P.N. Slagter werden de studenten ontvangen door de Ruud Slagter, een van de vijf neven die gezamenlijk het bedrijf leiden. Dit bedrijf richt zich voornamelijk op de teelt van bloemkool en heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. Ze zijn actief betrokken bij diverse onderzoeksprojecten en proeven, gericht op duurzame teeltmethoden, bodembeheer en het verminderen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De keuze voor luzerne als stikstofbindend gewas en het gebruik van geavanceerde spuittechnieken illustreren hun streven naar duurzaamheid.
05 dec., 2023
De balans tussen natuur en landbouw is een cruciale factor in de zoektocht naar een duurzame voedselketen. Gewasschade door dieren wordt wel een steeds groter probleem. Om de balans tussen duurzame voedselproductie en gezonde ecosystemen te herstellen is in 2021 het project Fauna in Evenwicht van start gegaan. Dit project heeft als voornaamste doel om oplossingen te vinden voor gewasschade veroorzaakt door in het wild levende dieren, met een specifieke focus op het groeiende probleem van ganzen in Nederland. Op dit moment vormen ganzen een grote uitdaging voor telers. In het Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland 2021-2024 staat voor het aantal grauwe ganzen in Noord-Holland een streefcijfer van 15.000 (bron: Faunabeheereenheid Noord-Holland Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland 2021-2024 ). In 2022 zijn er echter wel 145.000 grauwe ganzen geteld. De ganzen eten zowel gras als gewassen en produceren ganzenpoep, wat leidt tot verzuring van de bodem. Dit kan op zijn beurt leiden tot verminderde vruchtbaarheid van de grond en beïnvloedt mogelijk de gewasgroei. Op 1 november bracht Jelle Beemsterboer, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland een werkbezoek aan Verdonk Broccoli in het kader van het project Fauna in Evenwicht . Naast de stuurgroep Fauna in Evenwicht (vijf bloemkool- en broccolitelers) en beleidsmedewerkers van de provincie was ook een aantal vertegenwoordigers vanuit het netwerk rondom fauna aanwezig: de Wildbeheereenheden Het Grootslag en Noorder- Koggenland, de Agrarische Natuurvereniging Hollands Noorden en LTO. De middag werd gestart met een rondleiding door het bedrijf van René Verdonk en Sabine van den Berg. Om de problematiek in de vollegrondsgroenteteelt beter te begrijpen werd eerst de intensiteit van de teelt uitgelegd. Vanaf eind februari tot half augustus wordt er continu geplant (en uiteraard geoogst). Per teler vinden er zo’n 50 beplantingen plaats gedurende deze periode. De jonge planten zijn een lekkernij voor diverse dieren, zoals ganzen, eenden, duiven, hazen, etc. In de 7 maanden van de productie is er dan ook zo’n 50 keer kans op schade aan het gewas door vraat. In relatie tot andere gewassen (akkerbouw, gras, etc.) geeft de schademeldingen dan ook een extra administratieve last in een al toch zo’n drukke periode van planten en oogsten. In de praktijk betekent dat ook dat de schademeldingen beperkt worden gedaan. Met als gevolg dat er geen duidelijk inzicht is in de schadecijfers. Om schade te beperken zijn er diverse maatregelen nodig. Voor deze middag was er een demonstratie van afweermiddelen en -systemen die door de telers worden ingezet om gewasschade door dieren te beperken. Onder andere netten, geluidsinstallaties, drones, poppen, vliegers en lasers werden gedemonstreerd. Bij de telers zijn al verschillende methoden geïmplementeerd. De ervaring leert echter dat ganzen slimme dieren zijn en niet altijd onder de indruk zijn van de verschillende afweermethoden.
door Agrivizier 01 sep., 2023
Regels zijn regels: het is een bekende uitdrukking. Voor veel agrariërs lopen regels en wetten als een rode draad door hun dagelijks werk. Eén van die regels is het direct onderwerken of injecteren van mest op het land, zodat onder andere uitspoeling en ammoniakvervluchtiging zoveel mogelijk worden beperkt. Een tijdrovende klus, uitgevoerd omdat het moet. Maar ís onderwerken van mest wel de beste optie? Hoe staat het bijvoorbeeld met biodiversiteit, bodemkwaliteit en de kwaliteit van de producten die worden geteeld als hier andere keuzes in worden gemaakt? Deze en andere vragen worden onderzocht in het project Duurzame Bloemkool. Bloemkoolteler Pé Slagter en onderzoeker Erik Cammeraat vertellen er meer over. Pé Slagter is sinds zijn achttiende actief in het familiebedrijf, de firma P.N. Slagter in Andijk. Samen met zijn broer en neven nam hij het stokje over van zijn vader en ooms. Op zo’n 180 hectare grond worden bloemkool (ook oranje en paarse bloemkool), broccoli, romanesco, ijsbergsla en andere koolsoorten geteeld. Pé: “Voor dit project werd ik benaderd door mijn collega Wim Reus. Hij nam deel aan een zogenoemde hackathon van provincie Noord-Holland. Wim legde daar een vraag voor over de huidige mestwetgeving en het organische stofgehalte van het land: voor vollegrondsgroentelers is de kwaliteit van de organische stof in de bodem belangrijk om hoogwaardige producten te kunnen verbouwen en telen. Met de actuele regels rondom mest zien we dat de kwaliteit van de organische stof onvoldoende op peil blijft. Een complex vraagstuk dus, dat aandacht kreeg tijdens de hackathon. Toen is het balletje gaan rollen. Ik had meteen belangstelling, omdat ik van mening ben dat direct inwerken van mest én niet nodig én nauwelijks haalbaar is. Zo hebben we meegemaakt dat een van mijn medewerkers een uur te laat was met inwerken. Daar stond meteen een fikse geldboete tegenover. De regels zijn nu zo strikt dat je zowat tegelijk met het uitstrooien ook al moet inwerken: dat is onhaalbaar en het past ook niet bij de manier van werken. Normaal gesproken strooien we eerst zo’n 80% uit en dan kijken we hoe we de overige 20% van de mest verdelen. Met deze tijdsdruk kan dat niet. Kortom: dit project ligt me na aan het hart en daarom doen we ook met veel plezier en nieuwsgierigheid mee. Overigens hadden we vooraf natuurlijk geen idee welke richting de uitkomst op zou gaan - een extra bevestiging van de huidige regels is vanzelfsprekend ook een mogelijk resultaat.” Living lab: van onderzoek tot in het schap In het onderzoek wordt gewerkt met een living lab: op de velden van Pé en Wim is een stuk grond aangewezen als onderzoeksgrond. Erik: “We bestuderen allerlei aspecten ín en boven de grond. Bij het inwerken van mest neemt in het algemeen de biodiversiteit af. Ga maar na: als je grond omploegt, dan zijn daar minder wormen. En als er geen wormen zijn, dan zijn er minder weidevogels te vinden. Kortom: hoe meer insecten er zijn, hoe meer andere dieren er in de buurt zijn. Met het onderzoek willen we analyseren wat nu precies het effect is van het later inwerken van mest. We kijken naar de samenstelling van de bodem, zowel qua chemie als qua fysica. Denk bijvoorbeeld aan koolstof: een koolstofrijke bodem stimuleert het bodemleven. Daarnaast kijken we dus wat er bóven de grond gebeurt: welke dieren zien we? Wat groeit er allemaal? We tellen vogels, inventariseren de aanwezigheid van vliegen, aaltjes en andere insecten, we meten de aanwezigheid van microben en we nemen grond- en watermonsters. Bovendien kijken we ook naar de bloemkool zelf, naar smaakstoffen en zelfs naar de chemische samenstelling – onder andere de hoeveelheid vitamine C en ijzer. Er is ook een smaakpanel vanuit Hogeschool Inholland. Zij hebben tot nu toe twee proefrondes gedaan. Later dit jaar volgt de laatste ronde.” Voorlopige resultaten De overtuiging van Pé dat het later of niet inwerken van mest allerlei positieve effecten zou hebben is één, maar het is uiteindelijk aan de wetenschap om tot een conclusie te komen. Erik: “Dit project startte eind 2018 en we zitten nu in het laatste jaar. We zien voorzichtig eerste resultaten. Zo lijkt het erop dat de hoeveelheid koolstof in de grond toeneemt. Dat is verrassend. Normaal gesproken gaat daar behoorlijk wat tijd overheen. Daarnaast lijkt de uitspoeling van stikstof bij het gebruik van droge mest niet erger te zijn dan bij het inwerken van mest. Tot slot lijkt de bloemkool zelf ook iets gezonder én iets lekkerder te zijn, met iets meer voedingsstoffen. Dit alles lijkt de overtuiging van Pé te bevestigen dat direct inwerken van mest niet noodzakelijk is, maar dat is natuurlijk geenszins waar wij als onderzoekers mee bezig zijn: Wij kijken naar data en andere verifieerbare onderzoeksgegevens.” Van onderzoek tot avondmaal De bloemkool die wordt geteeld in het kader van onderzoek maakt gewoon deel uit van de verkoop van Pé en Wim; met recht een living lab dus in dit project. Pé: “Meedoen met zo’n groot onderzoek klinkt misschien bewerkelijk, maar dat valt alles mee. Het gaat er vooral om dat je je veld openstelt voor de onderzoekers. De verdeling is nu half om half: de ene helft van het perceel krijgt direct ingewerkte mest en de andere helft van het perceel niet – dat wil zeggen, dat laten we drie weken liggen. De onderzoekers meten steeds de verschillen tussen beide percelen. Om de twee-drie weken komen ze naar het veld voor metingen. Met de bloemkool zelf gebeurt verder niets; beide eindproducten zijn van goede kwaliteit en dus liggen ze gewoon in de supermarkt en op je bord. En hoewel ik geen onderzoeker ben valt me van alles op. Zo zie ik dat weidevogels met hun kroost richting het niet-ingewerkte perceel trekken. Daar valt blijkbaar meer voedsel te halen. Sowieso is het altijd mooi om het leven op en rond het veld te volgen, je kunt met het blote oog al zo ontzettend veel zien en ontdekken.” Ook qua tijdsbesteding is deelname aan het onderzoek geen obstakel voor Pé. “Sowieso is het erg prettig samenwerken met de onderzoekers en betrokkenen. Er zijn bijvoorbeeld mbo-, hbo- en wo-studenten die meedoen met dit project, omdat het onderdeel is van Amsterdam Green Campus. Verder vind ik het mooi om op deze manier nog meer inzicht te krijgen in wat er zoal gebeurt op mijn perceel. En ik wil mijn steentje bijdragen aan het verbeteren van ons vak en aan de toekomst van de sector én de natuur. Natuurlijk zijn er soms overleggen en bijeenkomsten, dat hoort erbij en daar ben ik als deelnemer ook graag bij. Maar het kost me weinig extra werk op het land. En dat is mooi, want extra tijd… dat bestaat niet.” Pé Slagter is mede-eigenaar van familiebedrijf P.N. Slagter in Andijk. Erik Cammeraat werkt als universitair hoofddocent op de Universiteit van Amsterdam binnen de onderzoeksafdeling IBED-Ecosystem and Landschape Dynamics.
door Agrivizier 17 aug., 2023
Een streefcijfer van 15.000 en een telling van 118.000. Dat betekent dat er meer dan 90% reductie moet plaatsvinden. Dit zijn cijfers uit het Faunabeheerplan van de FBE Noord-Holland over de populatie Grauwe Ganzen. Het Faunabeheerplan is onderdeel van het proces om fauna te reguleren. En het Faunabeheerplan is de basis voor vrijstellingen, maatregelen en vergoedingen. Voor de Grauwe Gans geldt dat er verschillende beheersmaatregelen benoemd die in verschillende delen van het jaar toegepast mogen worden. In het Faunabeheerplan staan ook de resultaten van afgelopen jaren en daaruit blijkt dat er niet of nauwelijks een afname is van ganzen in alle soorten. Vergoeding De cijfers uit het Faunabeheerplan laten de problematiek zien. 15.000 doelgetal en 118.000 aanwezig. Dan mag er een ruime regeling zijn voor afschot, nestbeheer en andere maatregelen, maar een afname van 90% kan zelfs Tjeerd de Groot niet realiseren. Schade Het gevolg is dat bloemkool, broccoli, sla en andere gewassen opgevreten worden door een overpopulatie en de verantwoordelijkheid voor de schade bij de teler wordt gelegd. Immers de grondgebruiker is jachthouder. De beleidsmaker kan concluderen dat er geen problemen zijn. Melden Dat maakt dat het inzicht in schade, inspanningen, en hoeveelheden op dit moment ontbreekt. Dat leidt tot gebrekkig beleid. Immers beleid wordt gemaakt op basis van gegevens en die ontbreken. Dus los van de onevenwichtigheid tussen streefcijfers en tellingen, heeft de beleidsmaker geen inzicht en kan concluderen dat ondanks de onevenwichtigheid er geen problemen zijn. En die zijn er wel. En de verantwoordelijkheid voor het inzicht bij de beleidsmakers licht zowel bij de jachthouder als de jager. Dat betekent dat de teler alle inspanningen en alle schade moet melden. Daarvoor is de app Faunaspot beschikbaar. Om bij beleidsmakers een reel beeld te creeren van de inspanningen en de daadwerkelijke schade veroorzaakt door wild is melding noodzakelijk. Het maakt niet uit of melding vergoed wordt of dat jager een succesvolle afschot realiseert. De inspanningen om wild te beheersen zijn veel groter dan dat de beleidsmakers beseffen. De telers en de jagers zijn aan zet.
door NHnieuws 08 jun., 2023
In deze aflevering van Expeditie Noord-Holland gaat boer Ayoub dieper in op de vraag of de toekomst voor de Nederlandse boeren duurzaam of biologisch is. Hiervoor gaat Ayoub langs bij een grootschalige en duurzame bloemkoolteler én bezoekt hij een kleinschalige biologische fruitteler, die aan 'agroforestry' doet.
door Agrivizier 08 jun., 2023
De grootste bedreiging voor de akkerbouw en vollegrondsgroente is niet duurzaamheid of regelgeving. Dat zijn uitdagingen. De grootste uitdaging is continuïteit in menskracht. En dan gaat het zowel om uitvoerend werk als om mensen die in staat zijn om beslissingen te nemen als eindverantwoordelijk en bedrijfsopvolger. En het onderwijssysteem is het instrument om te zorgen dat de aankomende generaties de juiste kennis en vaardigheden leren en het onderwijs is de plaats waar de sector moet laten zien dat er aantrekkelijke functies zijn en dat de sector in beweging is. Bedrijfsbezoek Het is dan ook mooi om te zien dat de contacten tussen bedrijfsleven en onderwijs geïntensiveerd worden. De samenwerking binnen Biodivers Perspectief maakt het mogelijk om mooie veldbezoeken te organiseren. In de tweede week van mei hebben 22 studenten plantenteelt van de Aeres Hogerschool in Dronten een praktijkbezoek gebracht aan de vollegrondsgroentesector. Het was een bedrijfsbezoek gekoppeld aan een uiteenzetting van aansprekend kennisproject. Uiteraard was het programma dusdanig ingericht dat interactie vanzelfsprekend was. Ketenpartner Het bedrijfsbezoek werd gebracht aan het bloemkoolteeltbedrijf van Fa. PN Slagter. Niet alleen de stappen die het familiebedrijf Slagter zet op het gebied van duurzaam bodembeheer werd verteld. Er werd uitgebreid ingegaan op de organisatie van het bedrijf. De rolverdeling binnen de firmanten en de besluitvorming binnen de eigen verantwoordelijkheid van de Fa. Slagter laten zien dat er vertrouwen is in elkaar en dat er vertrouwen is in de toekomst. Het telen en vermarkten van de eigen productie en het vermarkten van bloemkool voor collega’s uit de regio en uit Spanje maken dat het bedrijf meer is dan alleen een teeltbedrijf. Handel, logistiek planner en ketenpartner zijn begrippen die allemaal passen bij de Fa. P.N. Slagter. Bovengronds uitrijden In het project duurzame bloemkool worden de effecten van bovengronds uitrijden van vaste strorijke dierlijke mest getoetst. Het uitgangspunt is dat inwerken ten koste gaat van bodemleven. De diversiteit van het bodemleven is gebaat bij bovengronds liggende vaste mest. Hierdoor ontstaat mobiliteit in de bodem en wordt de diversiteit vergroot. Amsterdam Green Campus voert het onderzoek uit en concludeert dat de diversiteit zowel ondergronds als bovengronds is toegenomen. Daarnaast is er geen aantoonbar verschil in uitspoeling tussen bovengronds uitrijden van mest en inwerken. En juist de uitspoeling is de motivatie om inwerken te verplichten. De discussie tussen studenten en onderzoeksters richtte zich op de mogelijkheden in verschillende regio’s en verschillende grondsoorten. Daarbij werd geconcludeerd dat wetgeving platgeslagen over alle situaties zowel de technische ontwikkeling als duurzaamheid belemmerd. Het project Biodivers Perspectief is gericht om samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijs te bevorderen en voor de toekomst te structureren. Bedrijfsbezoeken van studenten aan teeltbedrijven gekoppeld aan actueel onderzoek zijn een goed middel om deze samenwerking vorm te geven. De basis voor een structurele samenwerking is gelegd in het bedrijfsbezoek van de Aeres studenten.
Tuinbouw Battle
door Agrivizier 11 mei, 2023
De winnaar van de Tuinbouw Battle 2022-2023 is basisschool OBS de Adelaar in Hoogwoud. Een recordbedrag is er opgehaald met 1 kar tulpen tijdens een georganiseerde veiling. Namelijk het bedrag van 824 euro. Eén bos tulpen werd zelfs voor 47.50 euro! Het opgehaalde bedrag wordt ingezet voor een extra voorstelling van de musical voor de ouderen uit Hoogwoud én een extra excursie tijdens het schoolkamp.
Lentiz LIFE College voor de 2e keer op een rij winnaar MBO Challenge Voedselverspilling
door Agrivizier 09 mei, 2023
Lentiz LIFE College voor de 2e keer op een rij winnaar MBO Challenge Voedselverspilling. Unaniem koos de jury voor FIBER UP van de studenten MBO voeding & kwaliteit/ technologie van het Lentiz College. De studenten hebben een oplossing bedacht voor de reststromen van amandelvellen voor opdrachtgever Royal Steensma BV.
Voedsel verbindt
door Agrivizier 09 mei, 2023
Voedsel Verbindt organiseert een Voedsel Verbindt LIVE netwerkbijeenkomst. Laat je inspireren door de praktijkvoorbeelden. Ontmoet anderen die zich bezighouden met logistiek in de wereld van voedsel én voedt ons met ideeën tijdens het interactieve gedeelte.
Bollenbozen
door Bollenbozen 23 mrt., 2023
Als voorzitter van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) noemt Jaap Bond zonder moeite een heel lijstje pluspunten van het project Bollenbozen. Sterker nog: “Er zíjn eigenlijk alleen maar positieve kanten”, aldus Jaap.
Lees meer
Share by: